woensdag 4 mei 2016

Hallo mensen,
Ik ga stoppen met bloggen, want ik ben er klaar mee voor school. Dit was alleen een verplichte school opdracht. Waarschijnlijk ga ik nooit meer bloggen want ik vond het niet echt leuk. Als ik ooit nog ga bloggen worden het weer top 10 lijstjes. Ik hoop dat jullie me blog leuk vonden (zo niet kan dat ook) en misschien tot de volgende blog.

dinsdag 3 mei 2016

Top 10 meest bizarre sporten ter wereld

10. Schaak boxen
Schaak boxen is bedacht door de Nederlander Lepe Rubingh, het bestaat natuurlijk uit schaken en boxen. De ene ronde moet je boxen en de andere ronden moet je weer schaken. En zo gaat dat de hele tijd door totdat de tegenstander of K.O. is, schaakmat staat of dat de tijd van het schaken op is. Er is zelfs een WK van geweest.

9. Modder snorkelen
Je moet zo snel mogelijk door de modder snorkelen. De kampioenschappen vinden plaats in Wales al sinds 1985. Het is de bedoeling dat je gaat snorkelen in een moddersloot van 55 meter. De deelnemers dragen natuurlijk een snorkel en flippers. Je mag alleen vooruit bewegen met je flippers dus normaal zwemmen is niet toegestaan.

8. Scheenbeen schoppen
Bij scheenbeen schoppen is het de bedoeling dat je zo hard mogelijk iemand op zijn schenen trapt totdat de tegenstander neer valt. Deze sport is ontstaan in de 17e eeuw in Engeland. Toen was het nog toegestaan om schoenen met stalen tenen te dragen. Nu hebben ze zachte schoenen en zijn de broeken gevuld met stro.

7. Eenwieler hockey
Eenwieler hockey is onstaan in 2010 in Engeland werden de regels bekendgemaakt. Eigenlijk is het gewoon ijshockey maar dan zonder ijs en dan op een eenwieler. Nu zijn er al kompetities in Engeland, Duitsland    Zwitserland.

6. Kaninhop
Springen met paarden kennen we allemaal en met honden sommige ook, maar met konijnen wist ik niet dat er een sport voor was. Kaninhob is bedacht in de jaren ’70 in Zweden. Het is ook nog populair in de andere Scandinavische landen.

5. Quidditch
Quidditch is zoals in Harry Poter zwerkbal. Met de zelfde regels en met 3 ringen. Natuurlijk kunnen wij niet vliegen dus rennen ze rond met een bezem. Je hebt een normale bal die door de ringen kan gooien, maar je hebt ook andere ballen zoals die in Harry Potter waarmee je op de tegenstander kan gooien.

4. Vrouw draag kompetitie
Een nogal bijzondere sport uit Finland “Wife carrying’’ oftewel vrouw dragen. De man van de vrouw moet zo snel mogelijk 253 meter afleggen met zijn vrouw op zijn rug. Deze “Sport’’ was ooit bedoeld al grapje maar het is nu uitgegroeid tot echte competities.

3. Extreem strijken
Extreem strijken is een sport waarbij mensen hun strijkplank naar bijzondere locaties mee nemen zoals in de bergen, op een kano of in een vliegtuig. En vervolgens gaan ze lekker hun kleren strijken.

2. Man vs paard marathon
Man vs paard is een marathon van 34 km. waarin mensen tegen paarden rennen. De race word gelopen in de bergen van Wales. In 2004 werd de 25e race gehouden en toen had voor het eerst een mens gewonnen.

1. Ferret legging

Deze sport is natuurlijk in Engeland bedacht. De mensen nemen 2 fretjes en die stoppen ze in hun broek, de gene die het langste volhoud heeft gewonnen. Het wereld record is 5 uur en 26 minuten.

maandag 2 mei 2016

Top 10 succesvolle landen op de Olympische spelen


10. Oost Duitsland – 110 Medailles (39 Goud, 36 Zilver, 35 Brons)
Deze lijst begint verrassend met een land dat nu niet meer bestaat: de DDR of Duitse Democratische Republiek. Met 110 medailles gehaald tussen 1968 en 1988 heeft het toen hettende West-Duitsland zijn plaats echter niet gestolen. En het Duitse Bondsrepubliek staat nu op de zestiende plaats.

9. Finland – 156 Medailles (41 Goud, 59 Zilver, 56 Brons)
Finland doet al mee aan de Olympische Winterspelen sinds 1908. Sindsdien stuurt het elk jaar de beste spelers naar de spelen,bij de zomer en in de winter. In 1952 hadden de Finnen zelf de eer om de spelen te organiseren in Helsinki. Samen met Zweden is Finland het enige land dat op elke spelen sinds 1908 medailles haalde. Met een totaal van 156 medailles, waaronder 41 gouden plakken, hebben zij hun plaats onder de beste winterolympiërs. Maar vooral in het skiën zijn de Finnen moeilijk te verslaan.

8. Zwitserland – 127 Medailles (44 Goud, 37 Zilver, 46 Brons)
Sinds het ontstaan van de vernieuwde Olympische Spelen in 1896 is Zwitserland een veel bewonderd land op de spelen. Het land nam deel aan alle spelen, behalve aan de Olympische Zomerspelen van 1956 in Melbourne. Maar toch won het ook op deze spelen een bronzen medaille met paardendressuur In 1928 en in 1948 was Zwitserland het organiserende land van de winterspelen, die twee keer plaatsvonden in Saint Moritz. En nu hebben de Zwitserse atleten 127 olympische wintermedailles gekregen, waaronder 44 gouden plakken.

7. Zweden – 129 Medailles (48 Goud, 33 Zilver, 48 Brons)
Ook Zweden is er al bij vanaf de eerste nieuwe spelen in 1896. De Zwden hebben maar één keer de spelen gemist. Dat gebeurde in de zomer 1904, wanneer de spelen voor het eerst buiten Europa plaatsvonden Amerika. Naast de openingsspelen waren dat meteen ook de enige spelen waarop Zweden geen medailles wist te bemachtigen – een unicum dat enkel Finland ook klaarspeelde. Daarnaast mochten de Zweden ook één keer de Olympische Spelen organiseren.

6. Canada – 145 Medailles (52 Goud, 45 Zilver, 48 Brons)
Canada won tot nu toe 145 wintermedailles, waaronder 52 gouden. Het land debuteerde in de Olympische Spelen van 1900 te Parijs. Het zegde alleen de zomerspelen van 1980 af die in Moskou werden georganiseerd. Want de Russische aanvallen op Afghanistan waren toen genoeg redenen voor maar liefst 65 landen om de spelen af te zeggen. Dat werd in Vancouver goedgemaakt want toen haalde ze heel veel medailles binnen. Een Canadees held op de spelen is Clara Hughes. Zij is de eerste olympiër ooit om meerdere medailles te winnen op de zomer- én de winterspelen.

5. Oostenrijk – 201 Medailles (55 Goud, 70 Zilver, 70 Brons)
Oostenrijk heeft alleen de zomerspelen van 1920 in Antwerpen gemist. Want het land mocht niet komen door wat ze hadden gedaan in de eerste wereld oorlog. Wel wonnen de Oostenrijkers tot nu toe 201 wintermedailles en er zijn 55 gouden medailles verdiend. De Oostenrijkers blinken met name uit in het alpineskiën, een sport waaronder Oostenrijk meerdere medailles won. Oostenrijk was ook zelf twee keer het gastland van de winterspelen: een keer in 1964 en nog een keer in 1976.

4. Duitsland – 190 Medailles (70 Goud, 72 Zilver, 48 Brons)
Een rijke, maar tumultueuze geschiedenis, dat is de verhouding tussen Duitsland en de Olympische Spelen. Drie keer was het land een gastland. In 1936 organiseerde het zowel de winter- als de zomerspelen; en in 1972 organiseerde het de zomerspelen van München. Daarnaast werd Duitsland ook gevraagd de zomerspelen van 1916 en de winterspelen van 1940 te organiseren maar de twee wereldoorlogen veranderde het. En na deze oorlogen werd Duitsland ook nog eens niet uitgenodigd voor de spelen in 1920, 1924 en 1948. Toch staat het getal van de medailles van Duitsland tot nu toe op 190 gewonnen wintermedailles waarvan 70 gouden.

3. Sovjet Unie – 194 Medailles (78 Goud, 57 Zilver, 59 Brons)
De Sovjet Unie bestaat nu niet meer maar toch blijft het in de top 10hangen doordat ze in de periode tussen 1952 en 1988 veel succes hadden. In die tijd was het ook één keer gastland. De medailles van de Sovjet Unie en het Russische Keizerrijk werden overgenomen door wat nu Rusland is. De teller staat nu op 194 medailles, waarvan 78 gouden.

2. Amerika – 253 Medailles (87 Goud, 95 Zilver, 71 Brons)
Zomer of winter: de Amerikaanse atleten zijn meestal wel goed. De cijfers zijn dan ook logisch: 253 wintermedailles, waarvan 87 gouden plakken. Het is ook gelijk het enige land dat op elke Olympische Winterspelen een gouden medaille scoorde. Zowel in Lake Placid (1932) en in Vancouver (2010) zette het daarbij ook nog eens het record  van het aantal gouden medailles voor één land tijdens één en dezelfde spelen. Van dit record blijft USA dus tot vandaag de houder.

1. Noorwegen – 303 Medailles (107 Goud, 106 Zilver, 90 Brons)
Met een totaal van maar liefst 303 medailles is Noorwegen de koning van de Olympische Winterspelen. Het behaalde tot op vandaag 107 gouden, 106 zilveren en 90 bronzen medailles. De eerste deelname van Noorwegen aan de Olympische Spelen dateert van in 1900. Ook organiseerde het land zelf twee keer de winterspelen: in 1952 in Oslo en in 1994 in Lillehammer. De Noren blinken in de winters vooral uit in het cross-country skiën en het snelschaatsen. Samen met Oostenrijk en Lichtenstein is het zo het enige land dat meer medailles wint op de winter- dan op de zomerspelen.



vrijdag 29 april 2016

Top 10 mooiste WK doelpunten ooit

10. Pelé (Brazilië – Zweden 1958)

De 17-jarige Pelé heeft tijdens het toernooi van 1958 al meerdere malen mooi gespeeld wanneer hij een van de mooiste doelpunten in een WK-finale scoort. Bij een stand van 2-1 controleert Pelé de bal met de borst, de aan komende  Zweedse verdediger wordt compleet verrast wanneer de bal over hem heen wordt gelobd en Pelé, in een keer vrij voor de keeper, hard raak schiet.


9. Gheorghe Hagi (Roemenië – Colombia 1994)
Onder leiding van de ‘Maradona van de Karpaten’ speelde Roemenië op het WK van 1994 zeer goede combinatievoetbal. Hagi was het brein van het elftal. Zijn gebrek aan snelheid compenseerde hij met inzicht, scorend vermogen en een goede traptechniek. Zijn doelpunt waardoor Roemenië in de groepswedstrijd tegen Colombia op 2-0 komt is subliem. Hagi krijgt de bal aan de linkerkant van het veld in wat een ongevaarlijke positie lijkt. De Colombiaanse keeper staat echter net iets te ver van zijn doel. Hagi lijkt een voorzet te gaan geven maar met een harde curve verdwijnt de bal over de kansloze keeper in de kruising.


8. Roberto Baggio (Italië – Tsjecho-Slowakije 1990)
Italië miste op erge wijze de finale in eigen land terwijl het een zeer sterk toernooi speelde. Roberto Baggio was een jonge aanvallende middenvelder die met zijn doelpunt in de groepswedstrijd tegen Tsjecho-Slowakije in een klap wereldberoemd werd. Na een een-tweetje begint De Goddelijke Paardenstaart aan een aanval van 40 meter waarbij hij op een mooie manier de verdedigers van zich afhoudt om vervolgens ongelofelijk te scoren. Tijdens het juichen lijkt Baggio meteen te beseffen dat hij iets onvergetelijks heeft gedaan. De aanval werd vrijwel direct uitgeroepen tot het doelpunt van het toernooi.


7. Éder (Brazilië – Sovjet-Unie 1982)
Op het WK van 1982 speelde Brazilië  vrolijk en aanvallend. In een traag tempo werd de bal rondgespeeld totdat plotseling bij het strafschopgebied werd versneld en tegenstanders verrast door wonderbaarlijke doelpunten. Tegen de Sovjet-Unie heeft Brazilië het in de groepsfase lastig. Met nog zeven minuten te spelen gaat Brazilië op jacht naar de winst. Een voorzet wordt door een verdediger weggekopt. Paolo Isidoro controleert meteen de bal en geeft een breedtepass richting Falcão die laconiek over de bal heen stapt waarna een aanstormende Éder de bal in een beweging opwipt en vervolgens met effect keihard langs een verbaasde Dasaev schiet.


6. Archie Gemmill (Schotland – Nederland 1978)
Schotland had op het WK van 1978 over een sterke selectie met spelers als Dalglish en Jordan die bij Engelse clubs het Europese clubvoetbal domineerden. Toch valt het spel in de eerste wedstrijden tegen. Om zich te kwalificeren voor de volgende ronde moest Schotland de laatste wedstrijd tegen Oranje met drie doelpunten verschil winnen. Bij een stand van 2-1 wankelt Oranje in de tweede helft. Op de punt van het strafschopgebied verovert de onvermoeibare aanvoerder Archie Gemill de bal om vervolgens te beginnen aan een van de mooiste dribbels uit de WK-geschiedenis. Eerst ontwijkt hij een vliegende tackle, kapt de volgende verdediger uit, speelt de laatste man door de benen om vervolgens de bal over Jan Jongbloed te wippen. Uiteindelijk zal het niet genoeg blijken te zijn, maar elke Schot kan het doelpunt van Gemmill dromen.


5. Michael Owen (Engeland – Argentinië 1998)
De 18-jarige Michael Owen was na zijn debuutseizoen bij Liverpool meteen geselecteerd voor de Engelse ploeg die eindelijk weer eens barstte van talent. In de tweede ronde stonden ze tegenover een oude rivaal: Argentinië. Bij een vroege 1-1 stand krijgt Owen de bal bij de middencirkel aangespeeld. Hij sprint zijn directe tegenstander eruit en stormt richting het doel waar de Argentijnse verdedigers wachten. Ayala wordt omspeeld alsof hij er niet staat. Daarna verrast hij keeper Roa met een subtiel gekruist schot dat hoog in het doel verdwijnt. Een wereldster is geboren. Helaas zal het doelpunt niet genoeg zijn en wordt Engeland uiteindelijk in een penaltyreeks uitgeschakeld.


4. Saeed Owairan (Saoedi-Arabië – België 1994)
Saoedi-Arabië staat niet bekend als een groot voetbal land. Toch heeft een speler van het land een tijdloos WK-doelpunt gescoord. Op het WK van 1994 moest Saoedi-Arabië de laatste wedstrijd tegen België winnen om, tegen alle verwachtingen in, de tweede ronde te behalen. Dat lukt dankzij een ongelofelijk lange aanval van Saeed Owairan. Owairan krijgt de bal halverwege de eigen helft. Aanstormende Belgen worden makkelijk voorbij gelopen. Op de middencirkel lijkt de solo tot een einde te komen, maar Owairan passeerd twee middenvelders. Vervolgens worden twee verdedigers verdedigerd voorbij gespeeld dankzij een paar snelle schijnbewegingen. Met een laatste krachtsinspanning werkt hij de bal langs keeper Preud’homme.


3. Carlos Alberto (Brazilië – Italië 1970)
Brazilië speelde op het WK van 1970 een ultieme vorm van sambavoetbal. Pelé was voor zijn laatste kunststukje omringd door een nieuwe talentvolle generatie voetballers. In de finale moest alleen nog met Italië worden afgerekend, dat in een legendarische halve finale met 4-3 van West-Duitsland had gewonnen. De vermoeide Italianen verraste door na het openingsdoelpunt toch een gelijkmaker te scoren. Maar vervolgens stelden de Brazilianen zich op en liepen ze uit tot 3-1. Om het feest compleet te maken was het vierde doelpunt eentje om in te lijsten. Wat dit doelpunt speciaal maakt is dat er negen spelers van Brazilië aan bijdragen. De manier waarop Clodoaldo vier Italiaanse spelers voorbij dribbelt, is een eerste hoogtepunt. Tostão ontvangt een prachtige dieptepass aan de zijlijn en vindt na enkele passeerbewegingen Pelé die de bal controleert. Heel rustig legt hij de bal breed voor een aanstormende Carlos Alberto die de bal in een keer langs de Italiaanse keeper knalt.


2. Dennis Bergkamp (Nederland – Argentinië 1998)
In 1998 deden er grote namen van spelers mee aan het WK in Frankrijk. Eindelijk speelde het Nederlands elftal weer eens zonder zorgen. In de kwartfinale wachtte echter een bekende rivaal, het ijzersterke Argentinië van Batistuta en Verón. In een zonovergoten Marseille werd het een gedenkwaardige wedstrijd met op en neer wisselende aanvallen. Met nog 1 minuut te spelen in de reguliere tijd maakt iedereen zich op voor een verlenging. Frank de Boer denkt daar echter anders over en verstuurt een laatste pass over veertig meter richting Dennis Bergkamp die tot dan toe flets heeft gespeeld. Bergkamp controleert de lastig stuiterende bal met zijn rechtervoet. Met een tweede beweging van dezelfde voet wordt Ayala uitgekapt. Met de bovenkant van de rechtervoet schiet hij de bal hoog in het net. Een onwaarschijnlijke combinatie van techniek en snelheid op het hoogste podium.


1. Diego Maradona (Argentinië – Engeland 1986)
De kwartfinale Argentinië – Engeland op het WK van 1986 is vier jaar na de Falklandoorlog een uiterst beladen duel. Argentinië zint op sportieve wraak en komt op voorsprong dankzij het beruchte Hand van God doelpunt van Diego Maradona. Vlak daarna krijgt de nummer 10 de bal op eigen helft aangespeeld. Elf balcontacten later, allemaal met de linkervoet, ligt de bal in het net. Met een onnavolgbare pirouette passeerd hij twee tegenstanders en begint vervolgens aan een gedenkwaardige rush. Toesnellende verdedigers worden met korte schijnbewegingen omzeild. Ook keeper Shilton en een wanhopige tackle houden hem niet tegen. Met deze spectaculaire dribbel bevestigt Maradona dat hij de beste voetballer ter wereld is.


donderdag 28 april 2016

Top 10 bijzondere stadions in de wereld

10. Oskaka Stadium
Het was vroeger een Japanse baseball stadion van de club Nankai Hawks. Toen konden er ruim 32.000 mensen in zitten in het stadion. In 1988 is de club verkocht en is het stadion omgebouwd tot een winkel centrum.



9. Marina Bay Singapore
Een drijvend voetbal veld in de haven van Singapore ook wel bekend als “The Float at Marina Bay’’. Op de tribunes is er plaats voor 30.000 mensen. Het is natuurlijk niet alledaags dat er een stadion drijft in een haven. Er staan natuurlijk wel hekken omheen maar je kan de bal alsnog er soms overheen krijgen.




8. Estádo Municipal de Braga
Het stadion in Portugal is ook gebruikt voor het EK in 2004. Achter 1 goal staat er geen tribune zoals normaal maar een grote steile rotswand. Er kunnen ruim 31.000 mensen in zitten.




7. Gospin Dolac
Dit stadion staat in Kroatië in de stad Imotski. Dit stadion is omringd door rotsen en is gebouwd in 1989. Het stadion is gebouwd voor de club NK Imotski football club. Er kunnen ruim 4.000 mensen in zitten.





6. Mmabatho Stadion
Dit stadion staat in Zuid-Afrika en is op een vreemde manier ontworpen. Er is plaats voor 59.000 mensen en alles is in vakken verdeeld die los van elkaar staan. Het stadion is gebouwd in 1981 en werd voor allerlei sporten gebruikt. Nu word het stadion voor voetbal gebruikt.




5. Eidi
Dit stadion ligt aan de kust bij de Faeröer Eilanden. Het is meestal hopen dat het droog blijft door de hoge golven. Als je de bal overschiet in het water dan moet je zwemmen.



4. FC Aalesund Stadion
Waarom zou je tribunes bouwen als er overal heuvels staan dacht Noorwegen. Je moest zitten op de heuvels want ze wilde geen tribunes bouwen. Tegenwoordig hebben ze een nieuwe stadion gebouwd en dit keer wel met tribunes.




3. Janguito Malucelli
Dit stadion word ook wel het “Eco stadion’’ genoemd want dit stadion is kompleet zonder beton gemaakt. Het staat in Brazilië en staat er al sinds 1994. Er kunnen 6.000 mensen in en de club is een paar keer hernoemd, eerst naar J. Malucelli Futebol, en daarna naar Sport Club Corinthians Paranaense.



Stadion in Oekraïne
2. Oekraïne
Er ligt ook een heel vreemd stadion in Oekraïne. Eigenlijk kan je het geen stadion noemen want het is al knap als je er al op kan voetballen. Het is een voetbal veld dat schuin naar beneden loopt en wint zwaartekracht het meestal.

1.  Allianz Arena
Deze arena staat in Duitsland, München. Overdag lijkt het een normaal stadion maar s’ nachts geeft de buitenkant licht. Als Bayern München speelt kleurt het stadion rood, als 1860 München speelt kleurt het stadion blauw en als het nationale team speelt kleurt het wit.



dinsdag 26 april 2016

Top 10 ergste sport blessures
10. Henrik Larsson
De Zweedse ex-spits van Feyenoord speelde in 1999 bij Celtic. In de wedstrijd tegen Olympique Lyon brak Larsson zijn been op twee plaatsen na een tackle van Serge Blanc. Tot overmaat van ramp scoorde Blanc ook nog de winnende treffer. Er werd even gevreesd dat Larsson zijn loopbaan zou moeten beëindigen maar uiteindelijk kon hij na acht maanden revalidatie weer op het veld terugkeren.

9. Cory Hill (MMA)
Bij mixed martial arts gaat het er vanzelfsprekend niet rustig aan toe. In December 2008 vocht Corey “The Real Deal” Hill tegen Dale Hart op het UFC: Fight for the Troops evenement. Er vielen die dag opvallend veel blessures maar de ergste was de beenbreuk van Hill. Aan het begin van het gevecht probeert Hill met een lage trap aan te vallen die wordt geblokkeerd en zijn been door midden breekt. Na iets meer dan een jaar kon Hill weer in de ring terugkeren.

8. Sid Vicious (WWE)
Sid Eudy werd als professioneel worstelaar bekend onder de namen Sid Justice, Sycho Sid en Sid Vicious. Hij werd zes keer wereldkampioen. Sid was al snel bekend met blessures. Zo brak hij in 1989 een rib die ook zijn long doorboorde. Op 14 januari 2001 vocht Sid tegen drie andere tegenstanders in een zogenaamde four corners match. Tijdens een sprong in combinatie met een trap kwam hij ongelukkig terecht op een been dat in tweeën brak. De breuk was zo gruwelijk dat de meeste televisiezenders weigerde om herhalingen uit te zenden. Ook Sid Vicious wist tegen de verwachtingen in een comeback te maken en verliet pas in 2012 definitief de ring.

7. Oupa Ngulube (Voetbal)
Op 24 mei 2009 speelden Carara Kicks een playoff-wedstrijd tegen de Mpumalanga Black Aces in de Zuid-Afrikaanse premier league die vooral gedenkwaardig werd vanwege een grove tackle. Oupa Ngulube passeerde op snelheid een tegenstander en begon aan een aanval. Félix Mwamba Musasa dacht daar anders over en stopte zijn tegenstander met gestrekt been bruut af. Ngulube schreeuwde het uit aangezien zijn been was gebroken. Vaak ontsnappen spelers na zulke overtredingen op bizarre wijze aan hun straf maar Musasa kreeg in dit geval de rode kaart en werd daarna voor acht wedstrijden geschorst.

6. Jessica Dube (Kunstschaatsen)
Kunstschaatsen is een zeer moeilijke sport met veel kans op valpartijen. De Canadese Jessica Dubé vormde een succesvol paar met Bryce Davidson. Op 8 februari 2007 werd zij tijdens hun kür in het gezicht geraakt door de schaats van haar partner. Het bloed dat het ijs rood kleurde maakte vanzelfsprekend veel indruk. De wond aan haar wang en neus moest met 83 hechtingen worden gedicht. Het had weinig gescheeld of haar oog was ook geraakt. Dubé kon haar carrière gewoon voortzetten.

5. Wayne Shelford – Gescheurd Scrotum (Rugby)
Rugby is geen sport voor watjes. In rugby straalt geen team zoveel angst in als de All Blacks, het nationale team van Nieuw-Zeeland. De tweede internationale wedstrijd van Wayne Shelford tegen Frankrijk mondde uit in de Slag van Nantes. Tijdens een ruck kreeg Shelford een trap in zijn kruis waarbij zijn balzak scheurde. Alsof dat niet erg genoeg was verloor hij ook meteen vier tanden. Nadat hij de wond ontdekte vroeg Shelford de teamarts om een hechting en keerde daarna terug in het veld. Pas een klap tegen het hoofd velde Shelford definitief. Shelford kan zich niets meer van de wedstrijd herinneren maar schopte het wel tot aanvoerder van de All Blacks.

4. Paulo Diogo (Voetbal)
De Zwitserse voetballer Paolo Diogo van Servette FC gaf op 5 december 2004 drie minuten voor het einde van de wedstrijd een voorzet waaruit werd gescoord. Door het dolle vierde hij het doelpunt met het publiek door in het ijzeren hek te springen. Helaas bleef zijn trouwring aan het hek hangen. Toen hij van het hek sprong werd een groot deel van zijn vinger afgerukt. Bovendien kreeg hij de gele kaart wegens overdreven juichen. Later die avond lukte het artsen niet om de vinger te herstellen en een groter deel werd geamputeerd. Diogo zette zijn carrière zonder vinger voort.

3. David Busst (Voetbal)
Op 8 april 1996 speelde Coventry City tegen Manchester United. De wedstrijd was nog maar twee minuten bezig toen Coventry een hoekschop kreeg. De verdediger David Busst kwam mee naar voren en probeerde de ingekopte bal in het doel te schuiven waarbij hij in botsing kwam met twee verdedigers van Manchester. Zijn rechterbeen brak op verschillende plaatsen. De blessure was zo erg dat het er even op leek dat zijn been zou moeten worden geamputeerd. Het schijnt dat keeper Peter Schmeichel op het veld heeft overgegeven, zo gruwelijk was de blessure om te zien. De revalidatie duurde zeven maanden maar uiteindelijk zou Busst nooit meer een wedstrijd spelen. Het was overigens een MRSA-infectie in het ziekenhuis die de carrière van Busst beëindigde.

2. Kevin Ware (Basketbal)
De jonge basketbalspeler Kevin Ware werd in een klap beroemd vanwege een ware horrorblessure. Tijdens een wedstrijd van Louisville tegen Duke probeerde hij een driepunter te blokkeren waarbij hij volkomen verkeerd landde. Zijn rechterbeen brak en het bot kwam ter hoogte van zijn knie door de huid, wat vol in beeld werd gebracht. Na zijn operatie kreeg Ware veel steunbetuigingen van professionele Amerikaanse sporters. Ware keerde uiteindelijk terug maar speelde een beperkt aantal wedstrijden om zijn genezing veilig te stellen.

1. Clint Malarchuk (IJshockey)
Op  22 maart 1989 tijdens een ijshockeywedstrijd tussen de St.Louis Blues en Buffalo Sabres vond een van de ergste sportblessures ooit plaats. Twee spelers botsten tegen Sabres-goalie Malarchuk op. De schaats van Steve Tuttle raakte de halsslagader van Malarchuk waarna het bloed op het ijs spoot. Zowel spelers als het publiek raakten in shock. Zijn leven werd gered door de trainer Jim Pizzutelli die nog in de Vietnamoorlog had gediend. Hij hield de ader dicht tot de artsen arriveerden. De wond moest met 300 hechtingen worden gedicht en uiteindelijk had Malarchuck een derde van zijn bloed verloren.


maandag 25 april 2016

Top 10 top scoorders van de eredivisie

10. Cor van der Gijp
Cor van der Gijp speelde in de beginjaren van de Eredivisie voor Feyenoord en Blauw-Wit. Hij scoorde in totaal 162 doelpunten in de competitie wat hem tot de top scoorder van Feyenoord in de professionele periode maakt.

9. Leo van Veen
Leo van Veen lijkt speelde eerst voor Utrecht. In de laatste jaren van zijn carrière speelde hij bij Ajax namelijk een seizoen als libero. Maar Mister Utrecht was lange tijd een aanvaller die in totaal 175 keer doel trof in de competitie. De meeste daarvan voor F.C. Utrecht waar hij zijn debuut maakte en na een aantal avonturen weer bij terugkeerde. Met 146 doelpunten is hij ook clubtopscoorder.

8. Sjaak Swart
Mister Ajax heeft zijn naam te danken aan het feit dat hij zijn complete carrière bij de Amsterdamse club speelde. In zijn zeventien seizoenen maakte hij de opkomst van Ajax tot meest succesvolle club van Nederland mee. Swart was een rechtsbuiten met veel show die regelmatig scoorde maar nooit meer dan 22 doelpunten in een seizoen scoorde (1959/1960). Toch kwam Swart in 463 competitiewedstrijden tot een totaal van 175 wat hem de derde top scoorder uit de geschiedenis van Ajax maakt.

7. Peter Houtman
Na vier succesvolle seizoenen bij F.C. Groningen werd Peter Houtman in 1982 door Feyenoord gekocht, de club waar hij de jeugdopleiding had doorlopen. Feyenoord werd onder leiding van Johan Cruijff kampioen en de ijzersterke Houtman maakte gretig gebruik van de soepele toevoer door dertig keer te scoren. Dat aantal zou hij nooit meer benaderen maar met 16 seizoenen bij clubs als Excelsior, F.C. Den Haag en Sparta kwam de huidige stadionspeaker van De Kuip tot een zeer respectabele 178 doelpunten.

6. Henk Groot
Er zijn spelers die zowel voor Ajax als Feyenoord speelden. Maar alleen Henk Groot en Arnold Scholten hebben eerst in Amsterdam gespeeld, dan in Rotterdam om vervolgens weer terug te keren naar Amsterdam. In tien seizoenen werd Groot vijf keer kampioen. Dat betekent dat hij per seizoen zeer belangrijk was om in zijn carrière tot een totaal van 194 doelpunten te komen. Zijn beste seizoen was 1960/1961 toen hij 41 doelpunten maakte, nog steeds een clubrecord.

5. Tonny van der Linden
De Utrechtse club DOS (Door Oefening Sterk) bestaat niet meer. In 1970 veranderde  de club tot F.C. Utrecht. In 1958 werd de club landskampioen en een belangrijke rol werd daarbij gespeeld door aanvaller Tonny van der Linden die in de beslissende wedstrijd het winnende doelpunt scoorde. Hij speelde in totaal twaalf seizoenen voor DOS waarin hij 204 keer tot scoren kwam. Ook scoorde Van der Linden op 2 september 1956 het eerste Eredivisiedoelpunt aller tijden.

4. Kees Kist
Kees Kist was een veel scorende aanvaller die vooral bekend stond om zijn keiharde schot. Kist speelde het grootste deel van zijn carrière bij AZ’67 (323 wedstrijden). De club was vaak  in de top van de Eredivisie te vinden en in het seizoen 1980-1981 viel alles op zijn plek. AZ won met overmacht de dubbel, onder andere dankzij de makkelijk scorende voorhoede waarin Kist samenwerkte met Pier Tol en Kurt Welzl. Kist won in 1979 als eerste Nederlandse speler de Gouden Schoen door in dat seizoen 34 doelpunten te scoren. Na een avontuur in Frankrijk keerde Kist terug in de Eredivisie waardoor hij tot een totaal van 212 doelpunten kwam.

3. Johan Cruijff
De beste Nederlandse voetballer aller tijden groeide op in de buurt van het Ajax-stadion. Hij scoorde bij zijn debuut voor Ajax in 1964 meteen. Nieuwe trainer Rinus Michels was een tijd sceptisch over de tengere Cruijff, totdat deze in de spits zijn draai vond. Cruijff zou uitgroeien tot de spil van het legendarische Ajax-elftal dat drie keer op rij de Europacup I won. Zijn meest belangrijkste  seizoen had hij in 1966/1967 toe Cruijff 33 keer scoorde. Na een reeks buitenlandse clubs keerde Cruijff in 1981 verrassend terug bij Ajax dat prompt twee keer achter elkaar kampioen werd. Nog verrassender was de daaropvolgende overstap naar rivaal Feyenoord waar Cruijff zijn laatste seizoen speelde en ook het kampioenschap mee veroverde. In totaal scoorde Cruijff 215 doelpunten in de Eredivisie.

2. Ruud Geels
Ruud Geel was een zeer fanatieke spits die bekend was om zijn sprongkracht. Hierdoor kon hij talloze doelpunten met het hoofd scoren. Vanaf 1964 begon Geels met zijn loopbaan waarbij hij in Nederland speelde voor Telstar, Feyenoord, Go Ahead Eagles, Ajax, Sparta, PSV en NAC. Bij Ajax werd Geels vier keer achter elkaar topscoorder van de Eredivisie. Op 1 november 1975 won Ajax met 6-0 van Feyenoord onder andere dankzij vijf doelpunten van Geels. In totaal werd Geels vijf keer topscoorder van de Eredivisie. 265 doelpunten zijn hiervan het logische gevolg.

1. Willy van der Kuijlen
Mister PSV verdiende deze eretitel vanwege zijn trouwe dienst bij de Eindhovense club waar hij 528 wedstrijden voor speelde. Alleen zijn laatste seizoen kwam hij uit voor een andere club (MVV). Van der Kuijlen had als aanvaller een grillige carrière maar zou een belangrijke rol spelen in het PSV-elftal dat in de jaren zeventig drie keer kampioen werd. Samen met de Zweed Ralf Edström vormde hij een ijzersterk aanvalsduo. Van de Kuijlen was tweebenig en kon met zijn verraderlijke schot keepers op elk moment verschalken. Hij werd in drie seizoenen topscoorder van de Eredivisie. Zeventien seizoenen achter elkaar in de Eredivisie veel scoren levert natuurlijk een mooie totaalscore op. Zijn totaal van 311 doelpunten maakt hem met gemak de meest scorende voetballer uit de geschiedenis van het betaalde voetbal. Een prestatie die waarschijnlijk nooit meer zal worden geëvenaard.